
> Dyslexie

Het is een onderdeel van dyslexie en uit zich in de schriftelijke verwerking van taal (o.a. spelling).
Wat de toekomst ons aan mogelijkheden brengt, valt moeilijk te voorspellen. Bij mensen met dyslexie verloopt de verwerking van woorden in de hersenen trager dan normaal. Bij neurologisch onderzoek worden bij dyslectici duidelijk omschreven afwijkingen gevonden.
Hoewel dyslexie bij meer mensen in een familie kan voorkomen, hoeft dat niet te betekenen dat hun dyslexie precies hetzelfde is. Dyslexie is er in gradaties, de een heeft meer moeite met spelling, de ander vooral met lezen. Ook intelligentie, concentratie en motivatie speelt een rol bij de begeleiding van elk persoon.
Ofwel de behandeling dient aangepast te worden aan de persoon met de hulpvraag. Een standaardbehandeling bestaat niet.Vaak is er sprake van erfelijkheid. Zuurstofgebrek rondom de geboorte kan ook de oorzaak zijn van dyslexie.
Nee, er blijkt geen relatie te bestaan. Kinderen met dyslexie zijn niet “dom”. Hoogbegaafde kinderen kunnen dyslectisch zijn en kinderen met een zwakke intelligentie kunnen soms goed lezen en spellen. Niet elke zwakke lezer/speller is dyslectisch.
Internationaal wordt gesproken over 5 tot 10 %, maar in Nederland gaat men uit van 3 % van de bevolking die zo’n ernstige vorm van dyslexie heeft, dat specialistische begeleiding nodig is. Per klas zou je gemiddeld kunnen spreken over één leerling met ernstige dyslexie en twee leerlingen met een lichtere vorm.
Soms niet, bijvoorbeeld bij kinderen met een zeer goede intelligentie. De laatste tijd neigt men er wel steeds meer naar om dyslexie als een taalontwikkelingsstoornis te definiëren, waarbij fonologische verwerkingsproblemen (het herkennen van de spraakklanken) als kenmerk worden genoemd.
Achteraf blijken in de peuter- en kleutertijd de volgende dingen opgevallen:
- de taal en spraak komt vaak wat trager op gang
- het uitspreken van klanken leren ze vaak niet zo “vanzelf” als leeftijdgenoten
- het onthouden en zich herinneren van namen is moeilijk evenals het aanleren van de kleuren
- vergeleken met leeftijdgenootjes zijn er meer problemen met allerlei taalspelletjes en het leren van kinderliedjes in de kleutergroep, waarbij ze minder dan anderen steun hebben aan de rijmvorm
- in de onderbouw van de basisschool is er meer moeite met het leren van de dagen van de week, de maanden van het jaar, het alfabet en later de tafeltjes (rekenen)
Nee, een logopedist is (in Nederland) niet bevoegd om officieel de diagnose dyslexie vast te stellen, dus is het ook verstandig dit veelal uitgebreide onderzoek bij een in dyslexie gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog te laten plaatsvinden. Een logopedist met specialisatie dyslexie kan daarna wel de behandeling starten. Ze kan vaak met logopedische tests aangeven of nader onderzoek zinvol is. Aangezien de vaak voorkomende comorbiditeit taalstoornis of taalachterstand wordt gemist, is het voor het welslagen van een therapie (en dus in het belang van het kind) belangrijk om ook een taaltest bij een in dyslexie gespecialiseerde logopedist te laten afnemen.
Officieel als bij een kind de diagnose dyslexie door een bevoegde instantie is gesteld en er daarnaast geen comorbiditeiten (dyslexie in combinatie met andere aandoeningen zoals ADHD, epilepsie, autisme of een taalstoornis) zijn vastgesteld. In het leerlingvolgsysteem moeten op de laatste 3 toetsmomenten minstens 3 E scores zijn behaald en moet extra aandacht besteed zijn aan de hulpvraag en een behandelplan daartoe zijn opgesteld door de school en/of remedial teacher en/of logopedist-dyslexiespecialist. Aangezien veel dyslexiespecialisten geen logopedist zijn, wordt er vaak geen taalonderzoek afgenomen en wordt een dyslecticus mogelijk ten onrechte een belangrijk therapieonderdeel onthouden.
Voor een deel van het antwoord zie hierboven. Er kan ook sprake zijn van dyslexie, maar dit wordt vaak op school niet opgemerkt, omdat dit met behulp van de intelligentie wordt gecompenseerd. E scores worden niet gehaald, maar de scores zijn, gelet op de intellectuele capaciteiten te laag. Dit heeft gevolgen op het gebied van het schoolloopbaan advies en voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Vaak is er ook sprake van faalangst en leiden de “lage schoolresultaten” tot frustratie en onbegrip bij de leerling en ouders.
Vermoedelijk is er sprake van een hoge intelligentie en is tot dat moment gecompenseerd. Naarmate de leerstof en de spelling van vreemde talen het geheel extra gecompliceerd maken, ontstaan alsnog problemen.
Meestal wordt dit op zijn vroegst in de tweede helft van groep 3 geadviseerd. Een logopedist kan wèl al heel vroeg een taalonderzoek doen, adviezen geven en indien nodig een behandelplan opstellen. Op het gebied van bijvoorbeeld het fonologisch bewustzijn kan een ”voorschotbehandeling” gestart worden.
Zeker, want het geeft inzicht en erkenning in de ervaren problematiek. Bovendien kan, indien nodig, een behandelplan worden gemaakt.
Indien afgegeven door een erkend bureau in Nederland wordt er rekening gehouden met de gevonden problematiek en worden compenserende en dispenserende maatregelen genomen in toets situaties.
Hieronder vind je een aantal internetadressen:
Behandeling
Nee, een logopedist is (in Nederland) niet bevoegd om officieel de diagnose dyslexie vast te stellen, dus is het ook verstandig dit veelal uitgebreide onderzoek bij een in dyslexie gespecialiseerde orthopedagoog of psycholoog te laten plaatsvinden. Een logopedist met specialisatie dyslexie kan daarna wel de behandeling starten. Ze kan vaak met logopedische tests aangeven of nader onderzoek zinvol is. Aangezien de vaak voorkomende comorbiditeit taalstoornis of taalachterstand wordt gemist, is het voor het welslagen van een therapie (en dus in het belang van het kind) belangrijk om ook een taaltest bij een in dyslexie gespecialiseerde logopedist te laten afnemen.
Indien afgegeven door een erkend bureau in Nederland wordt er rekening gehouden met de gevonden problematiek en worden compenserende en dispenserende maatregelen genomen in toets situaties.
Definities
Het bewust zijn van letterkennis, het kunnen manipuleren met klanken, rijmen, kortom vaardigheden die vereist zijn voor het leren lezen en spellen.
Het samengaan van twee of meer aandoeningen, bijvoorbeeld het samengaan van dyslexie met een taalstoornis of met ADHD.
Wanneer bij informatieverwerking processen elkaar gaan storen. Er ontstaan fouten die ten onrechte het beeld kunnen geven van concentratieproblemen of slordigheid. Bijvoorbeeld: de ei en ij worden verwisseld: hei zij, of bij de ou en de au: de aardappels zijn niet flouw maar zaut.
SpellingProf
Dit noemen we ook wel interferentie en dat betekent dat bij de informatieverwerking processen op elkaar gaan storen. Er kunnen daardoor fouten ontstaan, die het beeld geven van concentratieproblemen of slordigheid, maar dit in feite niet zijn.
Dit kan betekenen dat de eerste regel (de lange klinkerregel) nog niet voldoende is geautomatiseerd. Het zou ook een vorm van interferentie kunnen zijn.
Dit zijn zeer veelvoorkomende problemen. Het komt voor bij inprentwoorden, waar geen echte regels voor zijn. Hoe los je dat op?
Er zijn talrijke mogelijkheden. Oefen ze nooit tegelijkertijd i.v.m. interferentie gevaar. ( uitleg interferentie: zie definities) Bied deze woorden niet tegelijkertijd aan in een dictee, geef een woordenlijst met een van de twee categorieën om te gebruiken tijdens een dictee, bijvoorbeeld alleen de woordenlijst met een ij of ou. Elk woord met deze klank dat er niet in staat, wordt met de andere tekens geschreven. Sommige mensen zijn geholpen met een rijmpje waarin de meest voorkomende woorden uit de categorie staan.
In principe is de website een soort naslagwerk voor spellingsregels dat door iedereen gebruikt kan worden.
Het didactisch spellingprincipe is veelal gericht op de 97% niet-dyslectische leerlingen in de groep en vaak gebaseerd op inprenten, herhalen en generaliseren, wat vaak min of meer automatisch verloopt. Bij mensen met dyslexie werkt dit proces anders, het beklijft niet, dus automatiseert niet en generaliseert niet. Dat wil zeggen: het wordt niet automatisch in een soortgelijk woord herkend en goed geschreven. Bijvoorbeeld: degelijk, duidelijk (oefenwoorden) nu toepassen in: moeilijk = moeiluk!
Zie ook het antwoord bij de vraag 10 keer opnieuw overschrijven. Het leren schrijven van woorden behorend bij een spellingcategorie verloopt via een ander proces. Er is o.a. onvoldoende klankvoorstelling aanwezig en het woordbeeldgeheugen is zwak. Via een soort van “bypass route” kan een “op maat” begeleiding helpen.
Woorden die tot dezelfde spellingcategorie behoren. Bijvoorbeeld: korte klinkerregel woorden, woorden met het achtervoegsel -lijk.
Ook het ogenschijnlijk simpele overschrijven kan vanwege bepaalde neurologische oorzaken al problemen opleveren. Het herhaald opschrijven van een woord heeft bij kinderen met dyslexie geen (blijvend) positief effect, omdat men uitgaat van het inprentprincipe en dit juist de didactische manier is die meestal niet succesvol is bij kinderen met dyslexie. Leerlingen ervaren het bovendien vaak als straf.
Het zijn woorden die geen regels bevatten waardoor er geen houvast wordt gecreëerd.